Fietsroute rond Urbanus doet striplocaties aan

Tekenaar Willy Linthout knipoogt in strips naar Waasland
Striptekenaar Willy Linthout verwerkt in zijn Urbanusstrips veel locaties uit zijn eigen jeugdjaren. In Lokeren gaat binnenkort de Urbanusfietsroute open.

"Ik kende de leefwereld van Urbanus helemaal niet en daarom heb ik mijn eigen omgeving genomen als inspiratiebron voor de strips van Urbanus", vertelt Willy Linthout, die onlangs de 25-jarige verjaardag van de reeks vierde.
"Veel verhalen spelen zich dus af in de omgeving van Eksaarde- Doorselaar. Streekgenoten zullen zeker de kerk en de school waar ik vroeger naartoe ging herkennen. Zo kan je dus ook een stukje Waasland tegenkomen in het striplandschap."
In zijn album 'De Hittentitten zien het niet zitten' is er sprake van het Eierbos waar de Hittentitten wonen. "Dat zorgde voor heel wat leuke reacties, want het is een bosje in Eksaarde. Op 17 mei komt het nieuwe album Lokerse paardenworsten uit en dan opent ook de fietsroute hier in Lokeren. Die zal enkele locaties aandoen die in de boeken terug te vinden zijn."
Een van die locaties is het geboortehuis met bijgebouwtje van Linthout. "Mijn ouders hadden het huis gekocht op voorwaarde dat de bewoonster er mocht blijven wonen. Daarom hadden ze er een klein gebouwtje voor haar bijgebouwd waar ze kon verblijven. Dat grensde aan hun slaapkamer en toen ze later in het dorp hun bedgeheimen hoorden, wisten ze meteen waar die vandaan kwamen. Dat geluistervink heb ik ook als inspiratiebron gebruikt voor een strip."

Pastoor als inspiratiebron
De pastoor die de jonge Linthout tijdens een catecheseles de kerk uitstuurde omdat hij zijn boterhammetjes opat, mocht het ook bekopen met een rolletje in de stripreeks.
"Ik ga graag naar rommelmarkten en in Daknam loopt daar een champetter rond. Hij zal zichzelf herkennen, ook al draagt hij in het album de naam van zijn vrouw, want zij is de baas", lacht Linthout. "Op rommelmarkten sta ik ook vaak strips te verkopen. En zo ging ik vroeger ook op zoek naar strips. Een opmerkelijk verschil met vroeger is niet alleen dat de strips beter geworden zijn, maar ook dat de prijs de hoogte inschoot. In Lokeren was er op woensdag markt en er was een zoldertje waar een dame strips verkocht voor 5 frank (zo'n 10 eurocent, red.). Voor een twaalfjarige waren dat gouden tijden."
Nog dagelijks leest Linthout een drietal strips. "Ik denk dat ik meer dan 1.000 strips per jaar lees. Het merendeel zijn Amerikaanse of Franse strips omdat daar heel wat goeie bijzitten. Ik koop die strips dan ook. Ik volg de vakbladen om op de hoogte te blijven van de nieuwste trends. niet dat ik die klakkeloos volg, maar je moet wel weten wat er leeft."
De Urbanus-tekenaar stelt vast dat de stripwereld op 25 jaar professioneler geworden is. "Toen ik op mijn 29ste Urbanus aansprak en zei dat ik een strip van hem wilde maken, had ik vrijwel nog nooit getekend. Tijdens een avondje samenzitten, zorgden we voor een verhaal. Nu gebeurt alles structureerder. Als Urbanu langskomt, heb ik al een synopsis klaar en kunnen we meteen aan de slag. We werken zo'n tien pagina's per keer af met ruwe schetsen. Daarna teken ik een pagina per dag uit. Een vaste inkter zet het potlood om in inkt. De inkleuring gebeurt nu digitaal."
"Voor jonge tekenaars is het moeilijk om door te breken. Ik denk dat ik een van de laatsten ben bij wie het gelukt is. Er is ook een beperkt volwassen publiek dat voor de betere strip gaat. Dat haalt het niveau omhoog. Zelf heb ik met de reeks 'Het Jaar Van De Olifant' iets gemaakt rond rouwverwerking. Die reeks verschijnt nu ook in het Spaans."
(Gazet Van Antwerpen (editie Waas & Dender) 16 April 2009)