De Mantelzorger

(Tekst en muziek: Urbanus)

Ik zit hier voor de kleerkast met mijn knieën in mijn schoenen,
dan kruip ik rond mijn bed achtervolgd door mijn visioenen.
Mijn tanden spreken tegen van in het waterglas,
mijn bril blijft me begluren van onder mijn matras.
Ik ben vergeten waar ik woon, mijn huisnummer is kwijt,
De postman loopt voorbij en mijn uurwerk heeft geen tijd.
Mijn tv staat vastgeroest op het weer en het journaal,
soms speelt hij enkel sneeuw en dan brei ik mij een sjaal?

Als je oud wordt en niet meer goed te been,
dan moet iedereen op je wachten.
Als je oud wordt en je wil nog ergens heen,
dan moet iedereen op je wachten.
Maar als je oud bent, in je kamertje alleen,
dan wacht jij op iedereen.

Niemand weet hoeveel eenzaamheid ik tors.
Al mijn vrienden zijn al dood ...ja mors.
Wie moeten we bedanken, wie moeten we vergeven?
Ieder mens is langer dood, dan hij heeft mogen leven.
Welke dag is het vandaag, of is 't al overmorgen?
Komt de mantelzorger langs om mijn mantel te verzorgen?
Hij heeft alle donkere hoeken van de kamer meegenomen,
hij fleurt me altijd op, hij hangt de bladeren aan de bomen.

Als je oud wordt en niet meer goed te been,
dan moet iedereen op je wachten.
Als je oud wordt en je wil nog ergens heen,
dan moet iedereen op je wachten.
Maar als je oud bent, in je kamertje alleen,
dan wacht jij op iedereen.


Terug te vinden op volgende CD:
- De Legende
- Eigen Favoliedjes

Oorspronkelijk verschenen op de LP:
- De Legende

Terug naar het songteksten-overzicht